Om het onderwijs op het terrein van wiskundige activiteiten voor kleuters te ondersteunen is er een nascholingscursus ontwikkeld door de samenwerkende instanties: KPC, CPS en SLO. Bij deze nascholingscursus hoort een fraai boek: “Wiskunde-avonturen met jonge kinderen”. Op 24 februari startten in Sittard de eerste cursisten, die met bovengenoemd materiaal aan de slag gingen. Eén van de cursisten geeft u in onderstaand verhaal een impressie van de directe invloed die de cursus heeft gehad op het reilen en zeilen van haar kleutergroep. Laat u verrassen door de mogelijkheden die kleuterwiskunde biedt. Ten slotte is het goed te vermelden dat de hier beschreven cursus kan worden gezien als ‘basiscursus’. Naast deze cursus hebben de ontwikkelaars ook gezorgd voor een viertal specialisatiecursussen. De vragen in de titel van dit artikel zijn volmondig met ‘ja’ te beantwoorden. Belangrijk is echter wel de hoe-en-wat-vraag. De winkelOp maandag 24 februari startte de cursus kleuterwiskunde, waarvoor ik had ingeschreven. Tijdens deze eerste bijeenkomst zagen wij een videofilm over een winkeltje in de kleuterklas en wij kregen de opdracht om de wiskundige begrippen te analyseren, zoals bijvoorbeeld: aantallen en tellen van de artikelen, geldzaken, meetkunde en ruimtelijke relaties, de plaats van de kassa, verpakkingen, meten, vergelijken, ordenen, welk artikel past in welke zak, tijd, volgorde, eerst kijken dan kopen. Met deze ideeën en de wetenschap dat ik eigenlijk geen winkel in de klas had, alleen een speelkassa en speelgoedverpakkingen, werd het idee geboren: ik ga een winkel, maar dan een bijna echte winkel, maken. De dag erna besprak ik het idee met de kleuters. Ik wil graag een winkel maken, maar hoe doen we dat? Ik heb de kleuters er vanaf het begin bij betrokken en dat leverde veel kringgesprekken en nieuwe suggesties op. De bouwhoek moest weg op die plaats en de winkel werd opgebouwd uit paalkoppen en planken (buitenmateriaal). De moeders werden erbij betrokken. Ik kon een echte kassa en echt geld lenen in een afsluitbare geldla. Er kwamen winkelschorten en winkelpetten, badges en leeg verpakkingsmateriaal. Wij gingen regels afspreken: drie kinderen in de winkel, één aan de kassa en twee zouden ervoor zorgen dat de schappen netjes blijven. De drie kinderen in de poppenhoek mochten kopen als de winkel open was. De kinderen bepaalden zelf de openingstijd, bijvoorbeeld: ‘over 5 minuten’ of ‘als de grote wijzer op de 3 staat’, enzovoort. Wij hadden voor vijftig gulden aan munten in de kassa. Die werden verdeeld. In de kassalade lag een briefje met het aantal erop: 20 stuivers, 20 dubbeltjes, enzovoort. Na het opruimen werd het geld geteld. Leuke anekdotesWij hadden twee pakjes appelsap in de winkel. Een meisje pakte die twee pakjes en zei: ‘Die vind ik erg lekker.’ De chef van de winkel kwam erbij en zei: ‘Wil je er maar één pakken, want anders hebben wij er geen meer.’ In het begin hadden wij nog geen prijsjes op de artikelen. De juf aan de kassa toetste de barcode in en zei toen: ‘Dit kost nooit zoveel.’ Daarna zijn wij gaan ordenen en de prijs bepalen. Ik wilde de kleuters kennis laten maken met inwisselen. Zo kwamen er prijsjes als: 1 gulden = 4 kwartjes, 1 kwartje = 2 dubbeltjes en 1 stuiver. Als ze dan een kwartje moeten betalen en ze geven 1 gulden, dan weten ze dat ze nog 3 kwartjes terugkrijgen. Wij maakten ook aanbiedingen: deze week niet 4 kwartjes maar 2 kwartjes. Ik zag toen dat de kleuters meer aanbiedingen kochten. ‘Dat is niet zo duur.’ Ook in groep 3 een winkel Als wij gaan opruimen brengen de kleuters uit de poppenhoek alles weer terug. De winkel wordt gesloten en met zijn drieën zetten zij alles weer op zijn plaats. Net zoals in de echte winkel heeft alles zijn vaste plaat. De kleuters zijn erg betrokken bij de winkel en door middel van een roulatiesysteem (naamkaartjes op de schort) komt iedereen aan de beurt. Het buitenmateriaal is weer naar buiten en wij hebben nu echte schappen en een echte kassa gekocht. Mijn persoonlijke mening: de bijna echte winkel is niet meer weg te denken uit de kleuterklas. En dan te bedenken dat wij nog niet aan alle aspecten aandacht hebben kunnen besteden. Ik denk bijvoorbeeld aan een groente en fruitwinkel, waaraan veel weegactiviteiten te pas komen. Na de vakantie krijg ik een combinatiegroep 2/3. De winkel gaat mee naar het andere lokaal, want ook in groep 3 biedt de winkel veel rekenkundige mogelijkheden. NaschriftWat mij het eerst door het hoofd ging bij het lezen van Thea’s verhaal was: wat kunnen kleuters toch veel, als ze maar zelf, in samenspraak met de leerkracht, met echte dingen aan de slag mogen. Critici zullen wellicht opmerken dat bijvoorbeeld het echte geld te hoog gegrepen is voor menige kleuter. Juist daarom moet je kleuters daarmee in aanraking brengen, natuurlijk met enkele aanpassingen in de complexiteit ervan. Een tweede gedachte was: wat kan één stukje video met één korte opmerking in de cursus (‘maak het zo echt mogelijk’) veel losmaken.
|
Voor meer info : |